Ruimte. Ik vind het iets fascinerends. Het heelal met al zijn raadsels, maar ook de ruimte die we zelf om ons heen ervaren. Ruimte geeft mij een gevoel van vrijheid, openheid, lucht. Toch verschilt het per persoon en per situatie hoeveel ruimte ik als prettig om me heen ervaar. Hoe komt dat? Hoeveel ruimte hebben we eigenlijk nodig? Edward T. Hall (The Hidden Dimension, 1966) heeft de afstanden met betrekking tot onze persoonlijke ruimte op een rijtje gezet. Daarbij heeft hij onderscheid gemaakt in relaties. Ken je iemand goed? Dan mag die persoon dichter bij je komen dan iemand die je niet goed kent. Logisch. Hij komt tot de volgende ruimte in afstanden met betrekking tot relaties:
Intiem
0 – 15 cm: Vol contact; beschermen, knuffelen, seks, worstelen of ruzie.
15 – 45 cm: Voor erg goede vrienden
Persoonlijk
45 – 75 cm: Mensen die we goed kennen en graag mogen. Praten met je partner.
75 – 120 cm: Gesprekken met vrienden en bekenden
Sociaal
120 – 200 cm: Gesprekken met onbekenden of zakelijke relaties
200 – 350 cm: Formele zakenbesprekingen
Waarom is dat eigenlijk zo? Omdat we aan de ene kant behoefte hebben aan intiem contact, maar aan de andere kant ook de behoefte hebben aan veiligheid en zodoende mensen liever op een afstandje houden zodat we ze beter kunnen observeren. Daarmee behouden we ook onze vrijheid en individualiteit. Een stukje controle. Als iemand dichtbij komt, geef je een stukje van je vrijheid, veiligheid en controle op. Oké, dat is dus de ruimte per persoon, maar hoe zit dat dan met de ruimte per situatie? Dat heeft te maken met de mogelijkheid wel of niet je volledige persoonlijke ruimte te benutten. Denk bijvoorbeeld aan de trein. Als de treincoupé vol begint te raken, dan kan een onbekend persoon naast je komen zitten. Deze persoon zit dan in jouw persoonlijke ruimte en toch accepteer je dat. Er is immers geen andere keuze. Je past je persoonlijke ruimte er op aan. Is de treincoupé nog relatief leeg en dezelfde persoon komt naast je zitten, dan ontstaat er arousal; je zenuwstelsel wordt alert en je voelt je ongemakkelijk. Er is immers voldoende ruimte om elkaars persoonlijke ruimte te respecteren.
Ruimte. We hebben er echter helaas steeds minder van. In honderd jaar tijd bewonen we in Nederland met ruim drie keer zoveel mensen hetzelfde stukje aarde (Bevolking, huishoudens en bevolkingsontwikkeling; vanaf 1899). Van ruim vijf miljoen mensen in Nederland zitten we nu op ruim zeventien miljoen mensen. We hebben dus drie keer minder ruimte per persoon tot onze beschikking. Dat betekent dat we steeds vaker in situaties terecht komen waarin we anderen in onze persoonlijke ruimte moeten toestaan, gewoon omdat het niet anders kan. In een drukke winkelstraat, op een terrasje (de stoelen lijken wel steeds dichter bij elkaar te staan), in het openbaar vervoer, in een wachtruimte, in de supermarkt, het kan je een ongemakkelijk gevoel geven. Je wordt prikkelbaarder en hebt ruimte nodig. Soms heb ik het gevoel onzichtbaar te zijn. Dan loop ik bijvoorbeeld op een druk perron en het lijkt wel of iedereen tegen me aan botst. "Hallo! Ik loop hier ook!", denk ik en ik krijg de neiging om het fysiek te laten weten door om me heen te gaan slaan. Dat doe ik niet, maar het is wel het gevoel dat ontstaat. Er wordt teveel van mijn persoonlijke ruimte gebruik gemaakt door anderen en dat maakt me opstandig. Soms resulteert dat gevoel in een groot maken van mijn lichaam. Ze zullen weten dat ik er ook ben! En ineens botst er niemand meer tegen me aan. Bijzonder toch? We zijn dus in staat onze persoonlijke ruimte te beïnvloeden, ook in situaties waar de ruimte wordt beperkt. Een ander voorbeeld van mijn persoonlijke ruimte. Na een verbroken relatie stond ik niet open voor een nieuwe relatie. Een jaar lang hoopte ik dat de relatie zich toch nog zou herstellen. Dat mocht niet zo zijn en ik bepaalde een datum waarop ik weer open zou staan voor een nieuwe intieme relatie. De dag voor deze datum ontmoette ik mijn huidige partner. Ook bijzonder toch?
Ruimte. Welke ruimte we innemen, is vaak in ons lichaamsgeheugen opgeslagen. Hoeveel ruimte mocht je als kind innemen binnen je gezin? Als meisje leer je met je benen bij elkaar te zitten en neem je zodoende minder ruimte in. Jongens mogen wijdbeens zitten en nemen zodoende meer ruimte in. Heb je geleerd nederig te zijn en buig je vaak je hoofd naar beneden? Dan gebruik je een deel van je ruimte niet meer. Het kan er ook voor zorgen dat je daardoor onprettige emoties ervaart, zonder dat je daar een reden voor aan kunt wijzen. Je hebt toch alles dat je hartje begeert? Ruimte. Het belang ervan is duidelijk. Het geeft ons vrijheid, veiligheid en controle. Dat te mogen ervaren is goud.
Zelf ervaren wat jouw persoonlijke ruimte je vertelt? Waar jij je comfortabel bij voelt en waar jouw blokkeringen zitten? Hoe jij jezelf kunt ontwikkelen via het gebruik van je persoonlijke ruimte? Dat kan via een coaching of training Laban. Bespreek het met je werkgever. Veel werkgevers vergoeden de training vanuit je persoonlijk ontwikkelingsbudget. Er zijn meerdere mogelijkheden met Laban kennis te maken. Bekijk hier het aanbod. Meteen op de lijst voor een training? Stuur een mailtje naar info@conja.nl.
Wil je meer lezen over De ruimte van Laban? Bestel hier het boek.
Afbeelding van Gerd Altmann